Gigantische krokodillengenitaliën en stapels naakte lijven: Wagners ‘Rheingold’ is bij Castellucci vreemd en smaakt naar meer

Waar zouden de honderd vrijwilligers toch voor nodig zijn, die het Brusselse operahuis De Munt zocht voor hun voorstelling van Das Rheingold? De figuranten zouden in hun onderbroek bereid moeten zijn over de grond te kruipen en in een nauwe ruimte op elkaar gepakt zitten. Onheilspellend. En typisch iets voor regisseur Romeo Castellucci, die altijd wel in is voor een goede scheut naaktheid en ongemak. Hij zal bij De Munt samen met dirigent Alain Altinoglu de komende jaren Wagners hele Ringcyclus brengen, dus er stond bij de première van het eerste deel voor beiden veel op het spel. Als dit tegenvalt, moeten ze die hele Ring nog rond.

Het viel niet tegen. Castellucci’s Rheingold is sinister, poëtisch, en vreemd. Die honderd figuranten blijken ingezet als een krioelende massa naakte lijven waar de goden bij hun eerste opkomst overheen lopen. Heldere metafoor: die goden zijn hoogmoedig maar staan wankel. Maar het heeft nog een ander effect, want je vraagt je als publiek meteen af: hoe doen ze dit? Hoe bewaren ze hun evenwicht? Doet dit niet teveel pijn? (Een vraag die eigenlijk meer past in het circus dan in een opera.) Maar de muziek sleept je mee, en pas als de figuranten ten lange leste wegkruipen besef je hoe snel je aan die horror kunt wennen.

Zwarte smurrie

Toegegeven: soms dienen Castellucci’s ingevingen zijn concept meer dan de muziek. Bij opkomst van de ‘reuzen’ worden de Goden-zangers op het podium vervangen door kind-acteurs. Het maakt de reuzen in verhouding groot en de goden kinderachtig, maar het geplayback heeft ook iets ontzettends koddigs, en het is gewoon zonde dat je de zangers vanuit de coulissen minder goed hoort.

Andere scènes zijn in hun eenvoud juist ijzersterk. De scène waarbij de dwerg Alberich door de oppergod Wotan en zijn helper Loge gemarteld wordt om de ring in handen te krijgen, is sober en macaber. Alberich-zanger Scott Hendricks wordt naakt, bedekt met zwarte smurrie, aan een ring omhooggetakeld, en verdient een lintje voor het feit dat hij zijn partij zo vol huiveringwekkende overtuiging blijft zingen.

Een scène in Wagners ‘Das Rheingold’ in de regie van Romeo Castellucci, te zien in De Munt in Brussel.
Foto Monika Rittershaus

Zoals er trouwens in de de hele voorstelling erg goed gezongen wordt. Nicky Spence’s Loge, die als een soort irritante goochelaar dienstdeed, is lekker lyrisch arglistig. Marie-Nicole Lemieux zingt met een breed uitwaaierende stem een Fricka waar de ongerustheid vanaf spat. Peter Hoare weet met zijn deerniswekkende Mime de aandacht op zijn zang te vestigen terwijl achter hem ringen van vijf meter doorsnee worden gesmeed. Anett Fritsch als Freia klinkt zo zoet en smakelijk dat het jammer is dat haar rol niet groter is. Gábor Bretz klinkt als Wotan minder markant autoritair dan bijvoorbeeld Ante Jerkunica als reus, maar wel mooi wendbaar, en menselijk.


Lees ook
In Romeo Castellucci’s ‘Bros’ komt geweld plots en zonder aanleiding

In <strong>Bros</strong> spelen 23 niet-professionele acteurs mee, die kritiekloos bevelen moeten uitvoeren die ze via oortjes krijgen. ” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2023/10/gigantische-krokodillengenitalian-en-stapels-naakte-lijven-wagners-ac280c298rheingoldac280c299-is-bij-castellucci-vreemd-en-smaakt-naar-meer.jpg”><br />
</a> </p>
<h2 class=Krokodillengenitaliën

Altinoglu laat zijn orkest aan het begin redelijk recht voor zijn raap spelen, wat detoneert met de broeierige seksualiteit die Castellucci in de opening lijkt te zien. Maar spanningsopbouw heeft Altinoglu onder de knie. De orkestklank wordt steeds dwingender.

Castellucci geeft de tragedie toch komische elementen mee. Het is lastig je grinnik te onderdrukken toen aan het eind twee gi-gan-tische opblaaskrokodillen uit het plafond zakken. Met zeer geprononceerde geslachtsdelen nog wel, waardoor je afvraagt of dat écht is hoe krokodillengenitaliën eruit zien. Niet de overdenkingen die je verwacht dat een Wagner opera bij je losmaakt, maar zelfs die krokodillen voelen niet als treiterig absurdisme: als de ene reus de ander doodt, en één krokodil dendert met een daverende klap op de grond, werkt dat gewoon. Castellucci’s wegen zijn soms ondoorgrondelijk, maar je ziet muziektheater dat boeit.

Hij heeft er nog drie te gaan, en heeft vast nog niet al zijn kruit verschoten. Het maakt nieuwsgierig en dat is wat Das Rheingold als eerste deel uiteindelijk ook moet doen: nieuwsgierig maken naar de rest.

https://youtu.be/mhX7hrUBN88